Tremissis 640-660 n. Chr. FRANKISCHE RIJK - DYNASTY DER MEROVINGERS - FRISIA - MONETARIUS MADELINUS - Gouden (triens), circa 640-660, onbekend atelier i vz
vz. Buste met pareldiadeem naar rechts, omringd door de tekst DR+E∾TΛ FIT (verbastering van DORESTATI FIT) kz. Kruis op voetstuk, daaronder zes stippen, omringd door de tekst IIΛΔENLIIIVSII (verbastering van MAΔELINVS M)
Het betreft hier een navolging van de triens van monetarius Madelinus, die zijn munten sloeg rond 630-635. De teksten zijn bij dit exemplaar aanzienlijk verbasterd en getuige het bleke uiterlijk is het goudgehalte duidelijk lager dan bij de originele stukken van Madelinus. Waarschijnlijk zal Madelinus maar korte tijd actief zijn geweest als monetarius in Dorestad. De zeldzaamheid van die originele stukken lijkt dit ook te bevestigen. Waarschijnlijk heeft men vrij snel na het vertrek van Madelinus de aanmunting van tremissis voortgezet, waarbij men als voorbeeld de stukken van Madelinus heeft genomen. Aanvankelijk weken die stukken nauwelijks af van de originele stukken, met als voornaamste verschil dat we bij de navolgingen steevast DORESTAT FIT zien in plaats van DORESTATI FIT. Naarmate we qua tijd verder geraken van de originele stukken, zien we de teksten en beeldenaar steeds verder verbasteren en zien we een afname van het gewicht en gehalte. De late navolgingen zijn bleek en zilverachtig van uiterlijk en bevatten minder dan 10% aan goud. Ook de muntplaatjes van de navolgingen zijn wat groter dan bij de originele stukken. Het is aannemelijk dat de eerste navolgingen ook in het muntatelier van Dorestad zijn geslagen. De latere, meer verbasterde navolgingen zullen ook in andere ateliers zijn geslagen. Die navolgingen worden namelijk op vele verschillende locaties teruggevonden, zoals in het Nederlandse Rivierengebied, langs de gehele kust van Frisia en in Noord-Nederland en Oost-Nederland.
Samen met Maastricht vormen de trienten van Dorestad de eerste Nederlandse munten met een muntplaats vermelding en een vermelding van de maker (monetarius). Voor die tijd zijn er in Nederland ook wel munten geslagen, maar dat waren vooral (verbasterde) imitaties van Romeinse en Byzantijnse tremissis waarbij geen relatie is te leggen met een specifieke muntplaats of maker/heerser. Rond 600 na Christus ontwikkelde zich bij de splitsing van Rijn en Lek een handelscentrum, Dorestad. Het was gelegen bij het huidige Wijk bij Duurstede. Op dat moment lagen aldaar ook nog de restanten van een Romeinse castellum waarvan we de naam niet met zekerheid weten. Dit voormalige castellum vormde de kern van het vroege Dorestad. Waarschijnlijk zullen de eerste munten ook daar geslagen zijn. In de loop van de 7e tot de 9e eeuw ontwikkelde de plaats zich steeds verder naar het noordwesten en vormde het als het ware een lintbebouwing van zo′n 3 kilometer lengte langs de Rijn (thans kromme Rijn) met honderden gebouwen als boerderijen, nijverheidsateliers, pakhuizen e.d. en zo′n 2500 – 3000 inwoners. De nederzetting was aanvankelijk gelegen in Frisia maar kwam later onder Frankisch bestuur (Merovingers en later Karolingers) en maakte daarmee deel uit van het koninkrijk Austrasië. Dorestad lag op de grens van Austrasië en Frisia. De Friese heersers hadden vanaf midden 7e eeuw hun bestuurscentrum te Utrecht. Er waren dan ook nauwe contacten tussen de Franken en Friezen. Frisia strekte zich in uit over het westelijk deel van Nederland, van Zeeland tot bijna aan Denemarken toe. Onder de Merovingers was het gebruikelijk dat rondtrekkende muntmeesters (monetari) in de handelscentra goud verwerkten tot kleine muntstukken, in de regel triënten, en soms zilver tot denarii. Die muntstukken waren aanvankelijk meer een object van status, dan dat ze werkelijk als betaalmiddel werden gebruikt. In de wat latere periodes nam hun rol wel sterk toe in het betalingsverkeer en dat zien we dan ook in omvang van de producties terug. Rond 700 kwam een einde aan de productie van trienten. Vanaf dat moment komt er een productie op gang van zilveren sceattas naar Angel-Saksisch voorbeeld, welke ook in Dorestad zijn geslagen. Herhaaldelijk vond er strijd plaats tussen de Friezen en de Franken en in 719 viel Dorestad uiteindelijk in Frankische handen. Onder Pepijn de Korte, Karel de Grote, Lodewijk de Vrome en Lotharius heeft in Dorestad muntslag plaatsgevonden. Na 850 trad het verval in. Herhaaldelijke plunderingen en verwoestingen door de Noormannen waren een van de redenen. Dorestad had geen verdedigingswerken. Daarnaast zal ook de stroomverlegging van de Rijn, waardoor men steeds langere aanlegsteigers moest bouwen, een rol hebben gespeeld. Plaatsen als Tiel en Deventer namen de rol van Dorestad als handelscentrum over.
van der Chijs XXI, 1var. | Belfort 1787 | vgl. Delmonte 17 vgl. Depeyrot II, pag. 18, no.1 | vgl. Prou 1230. | MEC 494-495var.R Miniem slagbarstje. Attractief exemplaar van een scherpe slag. Zeldzaam. pr
Bitte beachten Sie unsere Mindestabnahme von 20 Euro. Sendungen nach China sind auf Gefahr des Käufers und nur Zahlung per banküberweisung. An PayPal und Kreditkarte Zahlungen sind immer Verwaltungs- und Risikokosten verbunden. Sendungen nach Russland, Ukraine und israel sind nicht möglich. Der Versand erfolgt innerhalb von 5 Tagen nach Zahlungseingang. BITTE KEIN PAYPAL ODER KREDITKARTE ZAHLUNGEN FÜR EU. Zahlen Sie bitte immer nur mit IBAN; schnell, billig und zuverlässich.
Bestellungen bei MA-Shops sind jederzeit möglich und werden innerhalb von 2-4 Arbeitstagen verschickt.
Ein über die MA-Shops abgesicherter Kauf findet niemals außerhalb von MA-Shops statt.
Bestellen Sie sicher online mit dem MA-Shops Warenkorb.
Vielen Dank.